Lezen korte zinnen beter?

Je schrijft om gelezen te worden. Om de lezer niet voortijdig te laten afhaken, houd je je aan de adviezen voor leesbaarheid (zie ook mijn blog Check mijn ding). Een van die adviezen betreft de zinslengte: de taaladviseur promoot een gemiddelde zinslengte van 15 (of 12, of 20) woorden.

Hoe komt de taaladviseur aan die, pakweg, 12 tot 20 woorden gemiddeld?

Dit advies is al oud. Al in 1928 probeerden Vogel & Washburne een leesbaarheidsformule op te stellen, die een verband legt tussen objectief waarneembare teksteigenschappen, zoals zinslengte en woordlengte, en tekstbegrip. Probleem was dat het verband niet zo simpel bleek: de leesbaarheidsformule kon het tekstbegrip niet voldoende voorspellen.

Dat is nu niet anders. Nog steeds zouden tekstschrijvers en redacteuren graag precies willen weten hoe ze moeten schrijven om zo veel mogelijk mensen te bereiken. Nog steeds kan tekstbegrip alleen getest worden door heel veel mensen een tekst te laten lezen en er dan vragen over te stellen. Wat wel veranderd is door de ontwikkelingen in taaltechnologie: er zijn inmiddels tools die de taalkundigen werk uit handen nemen. Computers kunnen vanzelfsprekend prima woord- en zinslengte, afwisseling en herhaling meten, en zelfs zinnen ontleden.

Maar computers kunnen niet het tekstbegrip voorspellen. Dus leesonderzoek blijft nodig. Daaruit blijkt geen causaal verband tussen zinslengte en tekstbegrip. Integendeel: als leerlingen teksten voorgeschoteld krijgen die helemaal bestaan uit korte, kale zinnen, dan blijft de inhoud slecht hangen. 'Extra' woorden die de verbanden duidelijker maken, resulteren in langere zinnen, maar beter tekstbegrip. Woorden als daarom, nadat, als, bijvoorbeeld, dus, samenvattend helpen de lezer de structuur van de tekst te doorzien en daardoor de informatie beter te begrijpen.

Waarom dan toch steeds dat advies? Er is een simpele reden voor: als je zin die 20 woorden overschrijdt, is de kans groot 1. dat er bijzinnen zijn 2. dat woorden die bij elkaar horen, verder uit elkaar staan 3. dat de belangrijkste informatie naar verderop in de zin verschuift. En dan is meer denkactiviteit nodig; de lezer moet dat willen en kunnen.

Bronnen:

Kennisbank Begrijpelijke Taal

VMBO-leerling begrijpt normale tekst beter

Criteria van Stichting Makkelijk lezen 

Tags: taal, blog