Notuleren bij de politie

vrouwe justitiaMijn dochter van 18 leest de krant niet. Dat komt meer voor – de krant heeft voor de digitale generatie totaal geen aantrekkingskracht. Toch is het jammer. Zo schreef zij, eerstejaars Criminologie, dit weekend een paper over de strafrechtketen. Prompt las ik een column van Folkert Jensma in NRC over de betrouwbaarheid van het proces-verbaal, die de aanwezigen bij een debatavond voor de Amsterdamse strafrechtketen totaal niet in twijfel bleken te trekken.

Het proces-verbaal kun je zien als de notulen van de gesprekken met getuigen, slachtoffers, verdachten, de bewijzen en de technische analyse. De politie maakt het proces-verbaal op, en vervolgens baseren officieren van justitie en rechters er hun oordeel op. Alleen advocaten hebben zo hun vraagtekens – dat is vanzelfsprekend hun rol.

Toch bleken bij een analyse van 55 verhoren en de processen-verbaal daarbij door het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), de processen-verbaal maar een kwart te bevatten van wat tijdens een verhoor gezegd is. Dat is niet ongebruikelijk voor de notulen van een bijeenkomst, maar wie garandeert dat die politieman of –vrouw de juiste keuzes heeft gemaakt? Notuleren is een onderschat vak – die paar keer dat ik aangifte deed van een ‘strafbaar feit’ verbaasde ik mij steeds over het gebrek aan typevaardigheid van de politiemedewerker. En dat is toch wel het minimum.

Jensma pleit voor opnemen. Wij notulisten weten dat gebruikmaken van een opname je uitwerktijd minimaal verdubbelt. Geen wonder dat officieren en rechters niet staan te springen om audio- of video-opnames. Zij worden immers per uitspraak betaald. Zullen we de politiemedewerkers dan maar beter leren notuleren?

Tags: maatschappij, blog

Afdrukken E-mailadres